Woensdag 11 mei om 11.30 uur opent wethouder Brigitte van den Berg een prachtig en poëtisch kunstobject in Park Scheybeeck, genaamd Beekzang. Het kunstobject is ontworpen door kunstenaar Maud van Gool. Op het kunstobject staat het gedicht ‘Beekzang’ van Hans Tentije.

Op aansporing van Stichting Dichter in Beeld heeft de Kunstcommissie Beverwijk (gemeente Beverwijk) Maud van Gool geselecteerd om het gedicht Beekzang van Hans Tentije vorm te geven voor een plek in de openbare ruimte. Stichting Dichter in Beeld geeft gedichten op diverse plekken in Nederland een plek in de openbare ruimte. De inwoners van Beverwijk en belangstellenden zijn van harte welkom om bij de opening aanwezig te zijn.

Kunstobject Beekzang in COR-TEN staal

De gekozen locatie voor de plaatsing van het gedicht is het gedeelte tussen de ‘kruikenbeek’ en de vijver in Park Scheybeeck: het eindpunt van de beek, waar het water via het stuwtje de vijver in gulpt. Het kunstobject is als een denkbeeldige brug in het verlengde van het wandelpad geplaatst. Gelegen in een toegankelijk wandelgebied: terloops stuit je op het gedicht en al lezende stroomt de beek onder je door. Het kunstobject bestaat uit 6 losse elementen, met een strofe per element. De betonnen elementen zijn voorzien van COR-TEN stalen laag van 4 mm. Het staal ligt als een kap over het beton. De tekst van het gedicht is in het staal uitgespaard waardoor het beton door de letter heen te zien is. De zes elementen zijn ingegraven in het verlengde van het wandelpad, waardoor alleen het staaloppervlak te zien is.

Het gedicht en de Scheybeeck

In 2008 was de Scheybeeck opnieuw onderwerp van een gedicht. Ter ere van de wandeling Beek als Bron (stichting Kunst & Cultuur), is de dichter Hans Tentije uitgenodigd om een nieuwe versie van Vondels Beeckzang te maken. Het gedicht Beekzang beschrijft de loop van de beek van Wijk aan Zee naar de vijver bij Huize Scheybeeck aan de hand van enkele markante plaatsen.

Hans Tentije

De in Beverwijk geboren en in Wijk aan Zee getogen dichter Hans Tentije ontving in 2018 de Constantijn Huygens-prijs voor zijn gehele oeuvre. Naar aanleiding daarvan verscheen - in opdracht van de gemeente Beverwijk - de bundel ‘Wat herinneringen willen’, een persoonlijke keuze uit zijn gedichten over veranderingen en herinneringen aan zijn geboortegrond. De bundel werd gepresenteerd in villa Beeckzangh, aan de rand van de Scheybeeck, waar illustere voorgangers als Gorter en Vondel ook hun voetstappen hebben gezet. In 1975 debuteerde Tentije met de bundel ‘Alles is er’. Onlangs kwam zijn tweeëntwintigste dichtbundel ‘Waarvandaan’ uit. In veel van zijn bundels is zijn geboortegrond het weemoedige decor voor zijn trefzekere bespiegelen over het verglijden van de tijd en de onmogelijkheid om vast te houden wat je koestert.

Wandelen door Park Scheybeeck

Het kunstobject kunt u dagelijks bewonderen tijdens een wandeling in Park Scheybeeck. Het is zeer de moeite van een bezoekje waard.

Het kunstobject bestaat uit 6 losse elementen, met een strofe per element. De betonnen elementen zijn voorzien van COR-TEN stalen laag van 4 mm. Het staal ligt als een kap over het beton. De tekst van het gedicht is in het staal uitgespaard waardoor het beton door de letter heen te zien is. De zes elementen zijn ingegraven in het verlengde van het wandelpad, waardoor alleen het staaloppervlak te zien is.
Kunstwerk met gedicht Hans Tentije

De tekst

Het binnenduin is ruigte en verstuiving, de grijszwarte takken
van de dorens laten hun bessen rijpen voor spreeuwen en kraaien, een stel
kapmeeuwen probeert luid krijsend een indringer
uit hun territorium te verjagen, als tussen laag struweel
het hartsverlangen opwelt, de drang
die murmelend, stamelend zijn weg landinwaarts zoekt –

daarginds, even voorbij het vroegere Rooswijk
ontspringt zo de Scheijbeeck, vrij meanderend in het begin, maar verderop
gewetenloos rechtgetrokken - ik herinner me
de imposante oude boerderij aan het eind van de Bosweg
wanneer je van Wijk aan Zee kwam, de put
op het erf, het gekletter van emmer en ketting soms

ook die bedoening moest, samen met vele hectaren ongerept
landschap, plaats maken voor weer nieuwe koud -
of warmbandwalserijen, in mijn slaap valt het klaphek dat er stond
af en toe hard achter mij dicht –

moeilijk, onmogelijk bijna, je nu nog een voorstelling
te maken van hoe het ooit geweest is toen onder eendere wolkenluchten
hier de eerste buitens werden aanbesteed, de lustoorden
met hun waranden en dreven, ommuurde moestuinen, volières
en oranjerieën, hoe baltsende pauwen bij Holland
op zijn Smalst hun staartveren waaiervormig, grootogig spreidden

generaties later gaan hun schorre kreten in het geraas
van de Velserweg, van ontzaglijke goederentreinen verloren, het verschiet
werd nietsontziend geschonden - waar het water
weide en geestgrond, armoede en rijkdom, buurtschappen
uit elkaar hield, is ten slotte alleen
de beek trouw aan zijn omgeving gebleven

en nog altijd kan hij niet van het leven scheiden –
net zomin als jij of ik