19 april is de Dag tegen Pesten, laten we samen iets doen

Pesten is een vorm van agressie die veel meer kapotmaakt dan je aan de buitenkant kunt zien. Het is geen onschuldig plagerijtje, maar gericht gedrag waarbij iemand herhaaldelijk over grenzen wordt geduwd – met woorden, daden of subtiele uitsluiting. En het komt vaker voor dan we denken. Op school, op straat, online én op het werk.

Zelf weet ik helaas hoe het voelt. Ik was tien jaar oud toen ik op weg naar school uit het niets werd belaagd. Een groep kinderen trok aan mijn vlechten, duwde me omver en riep nare dingen. Waarom? Geen idee. Ik kende ze niet eens.

Mijn oma had me iets bijzonders geleerd: “Als je in de problemen zit, roep dan keihard ‘oma!’ Ook als ik er niet ben. Andere oma’s in de buurt zullen je horen en je helpen.” Maar die dag werkte de ‘oma-strategie’ niet. De groep voelde zich sterk, gesterkt door de anonimiteit en de steun van elkaar.

Mijn oma was verdrietig toen ze me toegetakeld thuis zag komen. Maar ze was ook strijdbaar. “Droog je tranen,” zei ze, “en bedenk wat je kunt doen. Dit stopt niet vanzelf.” Dat advies heb ik ter harte genomen. Omdat ik de kinderen niet kende, begreep ik dat het niet persoonlijk kon zijn. Misschien waren er meer kinderen in de buurt slachtoffer. Ik ben rond gaan vragen – en inderdaad, ik was niet de enige. Oudere broers en zussen van andere kinderen luisterden, en kwamen in actie. Ze gingen op zoek naar de pesters en spraken hen aan. De aanvallen stopten.

Toch bleef ik nog een tijdje dagelijks mijn ronde lopen, om zeker te weten dat het echt voorbij was. En dat was het. Mijn oma was trots.

Op de Dag tegen Pesten wil ik één boodschap meegeven: zie je dat iemand gepest wordt? Kijk niet weg. Kom in actie. Help het slachtoffer, spreek de pester aan. Want pesten stopt niet vanzelf – maar samen kunnen we het wél stoppen.